10 augustus 2017
Ban Bouw beschikt over een eigen onderhoudsdienst. Die houdt zich onder meer bezig met het onderhouden van woningen voor wooncorporaties, en het verhelpen van storingen voor hun huurders. Om te weten te komen hoe een werkdag van een onderhoudsmonteur er nu eigenlijk uitziet, reden we een ochtend mee met monteur Juul Cauberg.
Het is donderdag 10 augustus - de tweede week van de bouwvak. In het pand van Ban Bouw heerst rust, behalve in de ruimte die door de niet-vakantievierende onderhoudsmonteurs als kantine wordt gebruikt. Aan de lange tafel genieten vier mannen van een bekertje koffie. Wat extra energie, aan het begin van de werkdag.
Eerste klus: Vonderhof in Eindhoven
Op de kantinetafel ligt de planning voor de dag. Achter de namen van de meeste monteurs staat, in dikgedrukte letters, bouwvakantie. Maar niet achter Juul Caubergs naam. Hij heeft vandaag vijf klussen. Genoeg reden om niet te lang in de kantine te blijven hangen. Om 7.30 uur start Juul de motor van zijn felrode Ban Bouw-bus. Zijn iPad vertelt hem waar hij moet zijn voor zijn eerste klus: verzorgingshuis Vitalis Vonderhof in Eindhoven, op een steenworp afstand van het stadion van - het momenteel ook zorgbehoevende - PSV.
"Ik ga een opname doen van een mutatiewoning", vertelt Juul, terwijl hij zijn voertuig behendig door de natte straten van Eindhoven manoeuvreert. "Een mutatiewoning is een woning die bewoond gaat worden door een andere bewoner. Het is mijn taak om op te nemen wat de technische staat is van de woning en wat er aan onderhoud nodig is, zodat eventuele werkzaamheden zo goed mogelijk uitgevoerd kunnen worden in de tijd tussen het vertrek van de oude huurder en het moment dat de nieuwe huurder de woning betrekt."
Levensverhalen
Tijdens het verrichten van een opname heeft Juul dikwijls te maken met familie van de oude huurder. "Soms moet de woning leeg omdat de vorige huurder is overleden. Die mensen zitten dan, begrijpelijkerwijs, nog vol emotie. Het is ook niet altijd prettig als ik ze dan moet verzoeken om nog iets op te ruimen of te repareren, maar het hoort er wel bij. Het komt gelukkig ook vaak voor dat ik de vertrekkende huurder zelf tref. Die mensen zijn meestal op leeftijd en blij met bezoek. Het komt voor dat ze hun hele levensverhaal op tafel leggen. Dat kost wat tijd, maar ik wil mensen ook graag met een goed gevoel achterlaten, zeg maar. Die balans kan ik wel vinden."
Om 8.00 uur parkeert Juul zijn bus voor het zorgcomplex. Na enig zoeken belt hij aan bij de betreffende woning. Een vriendelijk, wat ouder echtpaar opent de deur. Een aangetrouwde oom van mevrouw heeft de woning moeten verlaten. Hij heeft intensievere zorg nodig en is inmiddels verhuisd naar een andere afdeling van het zorggebouw. Aan de kwieke zeventigers de weinig leuke doch dankbare taak om de zaken zo goed mogelijk waar te nemen en te zorgen dat de flat leeg komt.
Vloerbedekking het liefst eruit
Al snel valt op dat de vloerbedekking er nog keurig uitziet. Of de nieuwe huurder die wil overnemen is echter moeilijk in te schatten, vooral omdat er nog geen nieuwe huurder is gevonden. Juul steekt zijn voorkeur niet onder stoelen of banken: "We hebben het liefst dat de vloerbedekking wordt verwijderd. Daarmee wordt voorkomen dat dat op het laatste moment alsnog moet gebeuren, als de nieuwe huurder het niet wil overnemen." Dat de overige huisraad niet overgenomen wordt; daarover bestaat geen onduidelijkheid. Na bemiddeling van de reeds ingeschakelde kringloopwinkel zullen de roerende goederen spoedig een tweede - of derde - leven krijgen, waarschijnlijk in het oosten van ons continent.
Een half uur later heeft Juul de woning gecontroleerd op zichtbare en verborgen gebreken, zoals een lekkend doucheputje en beschadigd sanitair. Tot tevredenheid is geconstateerd dat de vorige bewoner goed op zijn woning gepast heeft. Met een ferme handdruk neemt hij afscheid van het coöperatieve koppel. Achter de eerste klus van de dag kan een vinkje. Dat gebeurt op de iPad, waarmee de werkbonnen worden doorgeven aan de monteurs, en de monteurs foto's en opnamerapporten kunnen doorsturen aan de centrale van Ban Bouw.
Naar de tweede klus, in Waalre, is het twintig minuten rijden. Al snel rinkelt de telefoon via Juuls carkit. Het is collega Jeroen, die een vraag heeft over een verlengkabel. Juul adviseert zijn maat op afstand, waarna de verbinding met een welgemeend 'houdoe!' wordt verbroken. "Of ik vaak gebeld word?", herhaalt Juul de vraag. "Een keer of tien op een dag, denk ik. Blijkbaar weet ik veel dingen, haha. Al vind ik het lastig om dat van mezelf te zeggen. Het is ook niet belangrijk. Als je mensen kunt helpen, moet je dat gewoon doen. En bij Ban Bouw is de drempel om elkaar dingen te vragen erg laag, wat heel prettig is. Bij mijn vorige werkgever heb ik dat heel anders ervaren. Daar werd er sowieso weinig naar de monteurs geluisterd. Hier is dat gelukkig heel anders."
Niet kunnen scheren
In de reistijd naar het welvarende Waalre vertelt Juul honderduit over zijn werk. Naast onderhoudswerkzaamheden draait hij ook regelmatig storingsdiensten. "Als huurders van bijvoorbeeld Wooninc. een reparatieverzoek hebben, kunnen ze dat doorgeven aan Ban Bouw. Onder kantooruren worden ze dan te woord gestaan door de dames van ons callcenter, die het probleem oplossen. Buiten kantooruren krijgen ze mij aan de lijn. Ik moet dan beoordelen of iets spoed heeft, of even kan wachten. Laatst belde een man om te zeggen dat zijn licht kapot was, en dat hij zich daardoor niet kon scheren. Dat is natuurlijk geen spoed, al is het best vervelend voor die man."
Ook Juuls nominatie voor de Ir. Noordhofprijs - een prestigieuze prijs voor medewerkers uit de bouwsector die de top binnen hun vakgebied hebben bereikt - komt ter sprake. Dat Ban Bouw Juul dit jaar naar voren heeft geschoven, heeft hem zichtbaar geraakt. "Een mooier compliment kun je niet krijgen. In mijn beleving heb ik de hoofdprijs al gewonnen, of ik nu win of niet", zegt hij.
Geen grote metamorfose
Intussen zijn we bij het adres van de tweede klus - een seniorenwoning - aangekomen. Maar nadat de deurbel is ingedrukt, blijven voetstappen in de hal uit: er is niemand binnen. Een telefoontje naar het opgegeven nummer leert dat er wat ruis op te lijn was; Juul werd pas na tien uur verwacht. Geen onoverkomelijk probleem; amper tien minuten later komt de met huissleutel gewapende zoon van de onlangs overleden bewoner voorrijden. De beste man was vroeger toevallig huismeester van de betreffende huurwoningen en stelt kritische vragen. Juul beantwoordt ze naar tevredenheid en begint met zijn opname. Hij begint met het controleren of de overloop van de gootsteen werkt - het zal niet de eerste keer zijn dat vocht in het laminaat de waarde ervan reduceert tot nul. Hier is dat niet het geval. Ook deze woning behoeft geen grote metamorfose. Een paar uurtjes werk, schat Juul, en de nieuwe bewoner kan zijn kluskostuum aantrekken.
Voor de derde klus - mutatiewerkzaamheden aan een huurwoning op een woonwagenkampje - krijgt Juul versterking van collega Nard. ,,Er is bepaald dat we altijd met twee mensen naar woonwagenlocaties gaan", zegt Juul. "We hoeven er niet omheen te draaien: je hebt daar te maken met wat ruwer volk en er wordt daar ook minder zuinig met de woning omgegaan, waardoor we meer punten moeten noteren. Al moet ik zeggen dat ik nooit met agressie te maken heb gehad. Woonwagenbewoners uiten zich soms wat fel, maar bedoelen het meestal gewoon goed. Daar moet je goed mee om zien te gaan. Je moet die mensen niet overdreven netjes aanspreken, maar meer zoals een typische bouwvakker dat zou doen." Lachend: "Gelukkig hebben de meeste mensen bij Ban Bouw allemaal een bouwachtergrond."